Linnen


Linnen wordt gemaakt van de vlasplant. Vaak wordt vlas vergeleken met hennep, beide behoren tot de oudste cultuurgewassen. De planten zelf lijken totaal niet op elkaar: waar hennep gemakkelijk drie tot vier meter hoog kan worden, is vlas een klein en tenger plantje met een fijn blauw bloempje. De overeenkomsten zitten hem in de sterkte en in de draageigenschappen.
Linnen is koel, ademend, en kleding die ervan is gemaakt heeft een lange levensduur. Met name in de zomer draagt linnen door zijn natuurlijke eigenschappen heerlijk.

Een belangrijk verschil met hennep is dat linnen gemakkelijker kan worden verwerkt tot fijnere garens. Hennep is lang verbannen van de velden, en heeft daardoor een achterstand opgelopen in de ontwikkeling naar de steeds fijnere kwaliteiten. Linnen is echter altijd aanwezig geweest. Van de fijnste garens worden stoffen gemaakt, die zo zacht en soepel zijn dat wordt gesproken van 'Europese zijde'. Die naam en faam hebben deze linnen stoffen ook te danken aan hun zachte glans.
Linnen is minder elastisch dan bijvoorbeeld katoen, en zal daardoor sneller kreuken. Dat is met name het geval bij artikelen die zijn gemaakt van geweven linnen stof, en niet bij de jersey-kwaliteiten. De kreuk wordt door velen echter ook beschouwd als een van de charmes van linnen. Is het dan erg dat linnen kreukt? Nee, dat is juist een van de typische kenmerken van linnen stoffen en onderdeel van de charme die er van uitgaat.

In Nederland is er nog een flinke vlasproductie in Zeeland en de Flevopolder, maar de vlasgebieden bij uitstek zijn van oudsher Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Er wordt ook biologische vlas geteeld.