Herkomst van het materiaal
De wol is afkomstig van het IJslandse schaap, een ras dat omstreeks het jaar 1300 op het eiland werd geïntroduceerd en zich sindsdien heeft aangepast aan het klimaat. Het heeft een dichte en goed isolerende onderwol en een bovenvacht van lange haren die beschermen tegen regen en sneeuw. In de garens worden deze twee woltypes gecombineerd, wat leidt tot een bijzondere kwaliteit: warm, licht en toch stevig.
Ecologie
Wol is volledig biologisch afbreekbaar, hoeft niet gestreken te worden en hoeft door zijn regenerende eigenschappen slechts weinig gewassen te worden.
De schapen worden in IJsland niet 'intensief' gehouden, maar lopen praktisch vrij rond en groeien als het ware wild op. Voor het wassen en ontvetten van de wol wordt gebruik gemaakt van warm bron/geiserwater dat een zodanige zachtheid heeft dat er maar weinig zeep en ontvettingsmiddelen gebruikt hoeven te worden.
Wol
Kleding van wol en zijde is veel gemakkelijker te onderhouden dan vaak wordt gedacht, omdat het materiaal vuilafstotend is en zichzelf regenereert als het wordt gelucht. Ideaal is: een dag dragen, twee dagen luchten. Bacteriën doen het goed in warme en vochtige omstandigheden. Het ademende en vochtregulerende vermogen van wol zorgt voor een goed micro-klimaat tussen huid en kleding en voorkomt dat deze omstandigheden ontstaan.
Wassen dient voorzichtig te gebeuren, op de hand en in lauw water. Wringen of hard wrijven wordt afgeraden, omdat het materiaal anders kan vervilten.