fleeceschaamte

In de Volkskrant van 25 februari stond een leuk stukje over ‘fleeceschaamte’. De schaamte zit hem erin dat iedereen fleece zo fijn vindt, maar dat het een ‘fout’ materiaal is. Fleece wordt immers vooral gemaakt van polyester, en bij het wassen daarvan laten kleine deeltjes los, microplastics. En daarover zijn er steeds meer zorgen. Allereerst vanuit milieu-oogpunt, want ook al zijn ze microscopisch klein, microplastics vergaan niet of slechts heel langzaam en blijven dus langdurig aanwezig in de natuur. Daarnaast zijn er steeds meer aanwijzingen dat ze ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken. Microplastics zijn onzichtbaar aanwezig in het drinkwater en in de lucht, we drinken ze op en ademen ze in. Een van de hoofdschuldigen is de nog steeds groeiende fast fashion industrie.

Wat is ertegen te doen? In het artikel wordt er terloops op gewezen dat fleece van natuurlijke materialen als wol en katoen ook bestaat. Maar die is duurder en dat kan niet de bedoeling zijn. We zitten blijkbaar vast aan 'synthetisch'. De directeur van de Plastic Soup Foundation laat in het stuk weten dat synthetische fleece niet verwerpelijk is, mits het maar van ‘goede kwaliteit is, met sterke vezels die minder snel afbreken’. Hoe je als consument zou kunnen weten wat een goede kwaliteit is, blijft echter in het vage. Verder dan ‘hoe goedkoper hoe slechter’ komt het advies niet.

Nieuwe vezelproductie
Ook wordt gewezen op wasmachinefilters en microplastics-waszakken, waarvan er steeds meer op de markt komen. Filteren is natuurlijk belangrijk en toe te juichen. Maar wellicht gaat het ook een beetje voorbij aan het eigenlijke probleem, namelijk dat er zoveel plastic wordt gebruikt in de kledingproductie. Steeds meer synthetische vezels worden in de textielindustrie gebruikt, en het aandeel ervan op de totale vezelproductie neemt al jaren sterk toe. Meer dan 60 procent van de nieuwe vezelproductie (zie het grafiekje) is tegenwoordig synthetisch. Omdat deze vezels vooral worden gebruikt in mengingen met andere materialen, is het recyclen daarvan voorlopig onmogelijk. Ergo, het breekt niet af, blijft aanwezig in het milieu en blijft een gezondheidsissue. Hier valt moeilijk tegen op te filteren.Bovendien moeten we oppassen dat het filteren geen excuus wordt om nog meer synthetische vezels te produceren. De Amerikaans-Duitse plastic-onderzoeker Roland Geyer schreef hierover dat er maar één manier is om de kwalijke effecten van microplastics tegen te gaan: de productie van nieuwe polyestervezels moet worden verminderd en uiteindelijk worden gestopt. De ontwikkeling van de mondiale productie is echter precies omgekeerd daaraan.