Wol is een natuurvezel pur sang. En ook nog een materiaal met een geschiedenis die duizenden jaren teruggaat. Maar is 'natuurlijk' hetzelfde als duurzaam? Volgens ons is het een belangrijk, fijn en duurzaam materiaal. Toch wordt wol ook vaak onder vuur genomen, soms op grond van misleidende informatie. In deze blog belichten we de goede kanten van wol, maar proberen we ook aan te geven voor welke uitdagingen de wolsector staat.
Copyright foto: Christian/Gottstein
Bij Ecotex kan je terecht voor kleding en textiel van natuurlijke materialen, waaronder ook wollen kleding en accessoires en zelfs stoffen. Wol is voor ons een van de natuurlijke basismaterialen, de andere zijn (biologische) katoen, linnen en hennep. Dus hoe zullen wij die vraag beantwoorden, denk je?
Dus wat ons betreft: ja, wol is een duurzame vezel!
Toch zijn er ook geluiden te beluisteren waarin wol er bekaaid van af komt, als het gaat om duurzaamheid. Heel vaak gaat het dan om drie zaken:
Onze insteek is dat we hierover eerlijk moeten zijn en dat we niet mogen wegkijken van die problemen. Laten we er ook maar direct aan toevoegen dat elke industriële productie, ook die van natuurlijke materialen als wol, energie en water kost. Opmerkelijk is echter dat deze factoren in de discussies over wol en in media-berichtgeving vaak de boventoon voeren, terwijl daar toch wel iets op af te dingen is.
De methaanuitstoot is een probleem waar de schapenhouderij en de wolindustrie zich rekenschap van moeten geven. Jaarlijks wordt er wereldwijd ongeveer 600 miljoen ton methaan uitgestoten. Een niet gering deel daarvan is afkomstig van natuurlijke moerassige omgevingen: rottend organisch materiaal in een natte omgeving leidt tot methaanproductie, maar bijvoorbeeld ook het smelten van de toendra’s draagt eraan bij. Zestig procent van de methaanuitstoot lijkt echter op het conto te komen van menselijke activiteit, met een hoofdrol voor de winning van aardgas en de petrochemische industrie. De landbouwsector zou ongeveer 25 procent bijdragen. Binnen die sector leveren de rijstverbouw en de veeteelt de belangrijkste bijdrage. Rijst? Ja, ook in de rijstvelden is sprake van rottend organisch materiaal in een natte omgeving. Binnen de veeteelt zijn het weer met name runderen die voor de uitstoot zorgen maar natuurlijk ook schapen en alle andere herkauwers.
Dierenrechtenorganisatie PETA is een felle tegenstander van wolproductie, omdat dit hoe dan ook het exploiteren van dieren impliceert. Dat lijkt ons een perspectief waarvoor iets te zeggen is. Jammer is dat PETA van de hele wolsector een karikatuur maakt en daarbij soms ook onjuiste info geeft. Zo meldt de website (terecht) dat de veeteelt in Nieuw-Zeeland verantwoordelijk is voor negentig procent van de methaanuitstoot. Het klopt echter niet dat dit, zoals PETA aangeeft vooral door schapen komt. Hoewel Nieuw-Zeeland een van de grootste wolproducerende landen is, en het aandeel schapen in de totale veestapel er relatief groot is, dragen schapen volgens gegevens van de Nieuw-Zeelandse overheid voor 27,2 procent bij aan de methaanuitstoot.
Gaat de schapenhouderij ten koste van landbouwgrond? Ja, dit zal ongetwijfeld wel het geval zijn, ook in Nederland. Maar heel vaak zien we de schapenhouderij juist in streken die voor land- of tuinbouw minder geschikt zijn. Denk bijvoorbeeld aan IJsland, de Schotse hooglanden, Patagonië enz. Schapen kunnen overleven op een karig dieet en leven hier het grootste deel van het jaar in een natuurlijke omgeving. In de tijd dat kunstmest nog niet bestond en overbemesting nog niet bestond, werden schapen (ook in Nederland) gehouden omdat ze bijdroegen aan de bemesting van het land. In streken waar kunstmest nog steeds duur of beperkt beschikbaar is, is dat nog steeds zo.
De kritische noot over het dierenwelzijn heeft bijna altijd betrekking op de praktijk van het zogenaamde mulesing, die in enkele delen van Australië nog steeds bestaat. Zie hierover deze blog. Mulesing is een reëel probleem waar snel een einde aan moet komen, maar het is niet juist om de hele wolsector hiermee te associëren.
Is wol duurzaam? In onze optiek: ja. Maar we moeten de ogen niet sluiten voor de minpunten. In zijn boek The Business of Less (2022) bespreekt de industrieel-ecoloog Roland Geyer onder andere welke producties volledig klimaatneutraal (hij noemt dat ‘netto groen’) zijn. De conclusie: alleen kleinschalige ondernemingen waarin enkel met spierkracht wordt gewerkt kunnen dat zijn. Bijna niets dus. Ook de wolsector is dat niet. Om die reden werd recentelijk een campagne van Woolmark, een belangenorganisatie voor de wolindustrie, fel bekritiseerd in het Engelse blad Ecotextiles. Woolmark toont op zijn site een overigens fraai filmpje met als thema 'Wear wool, not fossil fuel'. Volgens Ecotextiles was dat een vorm van greenwashing, waar het tegenin bracht dat ook de wolindustrie nog voor een deel afhankelijk is van fossiele energie.
Het is ook onmogelijk om alles te weten. De ecologische voetafdruk van wollen garens die zijn gemaakt in een spinnerij die werkt met verouderde en met diesel aangedreven machines zal groter zijn dan die van garens die zijn gemaakt in een fabriek die werkt met hypermoderne en zuinige machines op zonne-energie. Maar hoe krijg je daar als consument zicht op? Zelfs de herkomst van de wol is vaak onduidelijk want niet zelden worden uiteenlopende wolkwaliteiten gemengd om bijvoorbeeld een bepaalde zachtheid of spinbaarheid te verkrijgen.
De GOTS-certificering zou aan al die onduidelijkheid een eind kunnen maken. Als een artikel GOTS-gecertificeerd is, weet je dat er is gekeken naar de herkomst van de wol en naar een ‘schone’ productie. Bovendien verplicht de certificering fabrieken ook om rekening te houden met hun energie- en waterverbruik en daar desnoods werk van te maken. Maar ja... de wolsector is al piepklein (ongeveer één procent van de wereld vezelproductie in 2020) en daarvan is opnieuw slechts één procent biologisch...
Het wel of niet kiezen voor een bepaald materiaal is daarom in hoge mate ook een zaak van persoonlijke afwegingen maken. Bij Ecotex kiezen we voor wol omdat het een waardevolle vezel is, met goede eigenschappen, ademend, prettig draagbaar, warm. En als die mogelijkheid er is, dan gaan we voor biologische wol.