Herkomst van de wol
De wol ontleent zijn naam 'Albmerino' voor een deel aan de geografische herkomst, de Schwabische Alb, een landstreek in het zuidwesten van Duitsland. Het woorddeel 'merino' verwijst naar het merinolandschaap, ook wel Würtemberger schaap genoemd, een kruising tussen een inheems Duits ras en het van oorsprong Spaanse merinoschaap. Het merinolandschaap wordt al sinds 1785 gehouden in de Schwabische Alb.
Het merinoschaap (ook wel omschreven als 'de aristocratie van de schapen') levert een bijzonder fijne en zachte wol. Uit concurrentie-overwegingen mochten de schapen eeuwenlang niet worden geëxporteerd uit Spanje, maar vanaf de achttiende eeuw werden er uitzonderingen gemaakt op dit beleid. Om de wolkwaliteit van inheemse rassen te verbeteren werden die daarna soms gekruist met merinoschapen. Zo is het merinolandschaap ontstaan. In Nederland gebeurde iets dergelijks met het Kempische Heideschaap. Ook daarvan werd (eveneens in de achttiende eeuw) de wolkwaliteit verbeterd door kruisingen met Spaanse merino's.