Kempische wol
De schapen die deze wol leverden, worden al sinds eeuwen gehouden in de Kempen, de streek in het Nederlands-Belgische grensgebied ten zuiden van Eindhoven. Van oudsher waren de Kempische heideschapen belangrijk als 'leveranciers' van vlees, wol en (niet onbelangrijk voor deze arme zandgronden) mest. De wolkwaliteit is goed. Uiteraard is de vezel grover en dikker dan die van het merinoschaap en daarom niet ideaal voor het maken van ondergoed, nachtkleding of artikelen die direct op de huid worden gedragen. Voor veel andere toepassingen is deze wol proma geschikt. Al in de Middeleeuwen werd de wol van deze lokale schapen gebruikt bij de vervaardiging van lakense stoffen die over heel Europa werden verhandeld.
Tegenwoordig worden de Kempische Heideschapen vooral ingezet voor de begrazing van de heides, die in toenemende mate te lijden hebben onder vergrassing. Door de begrazing dragen deze schapen bij aan het herstel van de biodiversiteit.
Omdat de stof is gemaakt van een honderd procent natuurlijk en volledig biologisch afbreekbaar materiaal (hij is geverfd met plantaardige verfstoffen), is hij ook geschikt voor natuurbegraven en het maken van
lijkwades.