Bekijk hier onze breiwol van Nederlandse herkomst in tien mooie kleuren. Het schapenras dat deze wol leverde is het Kempische Heideschaap, een ras dat vooral wordt gehouden in Nederlands en Belgisch Brabant en Limburg. De schapen worden vooral ingezet voor de begrazing van de heidevelden, in dit geval in de omgeving van Roermond (o.a. Nationaal Park de Meinweg).
De breigarens op deze pagina zijn allemaal gemaakt van KEMPENWOL, wol die afkomstig is van het Kempische Heideschaap. Dat ras heeft zijn oorsprong in de Kempen, een landstreek die zich ten zuiden van Eindhoven uitstrekt over delen van Noord-Brabant, Belgisch Limburg en de provincie Antwerpen. In deze streek, maar ook delen van Nederlands Limburg is het tegenwoordig nog steeds het regionale ras.
Het Kempische heideschaap werd traditioneel gehouden als 'leverancier' van wol, waarvan textiel werd gemaakt. Deze wol is grover en minder fijn dan de wol van het merinoschaap, dat vooral wordt gehouden in Australiƫ, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, China en Zuid-Amerika. Daarom leent de wol zich minder voor artikelen die direct op de huid worden gedragen, zoals ondergoed, en om er bijvoorbeeld beddengoed van te maken. Voor truien, vesten, mutsen, handschoenen, sokken e.d. is hij prima geschikt. De kwaliteit is vergelijkbaar met die van veel Engelse en andere Europese rassen. Wol van inheemse rassen stonden aan de basis van de enorme bloei van de zogenaamde laken-industrie in de late middeleeuwen. In de negentiende eeuw, toen wol nog een veelgevraagd product was, werden voor de KEMPENWOL in Nederland hogere prijzen betaald dan voor wol van andere inheemse rassen.
Wat de herkomst van wol ook is, het is altijd een waardevol product. Het is een vezel die zichzelf 'regenereert' en daarom slechts zelden gewassen moet worden. Door de enorme elasticiteit van wol is het strijken van kleding die ervan is gemaakt doorgaans onnodig. Daarnaast heeft wol een lange levensduur en is het een vezel die goed biologisch afbreekbaar is.
KEMPENWOL is van nature wit en neemt gemakkelijk kleurstoffen op.
De schapen die specifiek deze KEMPENWOL leverden, worden ingezet voor de begrazing van heidevelden in de streek rondom Roermond, waaronder het Nationaal Park de Meinweg. Door de begrazing dragen ze bij aan het herstel van de biodiversiteit op de heides, die ernstig te lijden heeft van vergrassing als gevolg van hoge stikstof-depositie.
In juni worden de schapen geschoren, waarna de wol op de boerderij (de Beatrixhoeve van Landschapsbeheer De Wassum) wordt gesorteerd en vervolgens gewassen. De wolindustrie is nagenoeg geheel verdwenen uit Nederland, wat met zich meebrengt dat het wassen en het spinnen in het buitenland moet gebeuren. Gelukkig was dat relatief dichtbij nog mogelijk in Belgiƫ en Duitsland.
Wil je meer lezen over de verwerking van deze regionale KEMPENWOL, lees dan onze blog over het bezoek aan de spinnerij.